1. Onder duurzame inzetbaarheid wordt verstaan elke activiteit, anders dan uitzendarbeid, die gericht is op het:
a. door de uitzendkracht verkrijgen, verbreden of verdiepen van kennis en/of vaardigheden ten behoeve van de verdere ontwikkeling in de huidige functie, of ten behoeve van het vervullen van een nieuwe, andere functie, via dezelfde uitzendonderneming.
b. verbeteren van de mogelijkheden en (blijvende) kansen op werk en transities op de arbeidsmarkt, het bieden van inzicht en instrumenten voor de verdere ontwikkeling en de loopbaan, het voorkomen van werk-loosheid, of ten behoeve van de begeleiding van-werk-naar-werk van de uitzendkracht buiten de uitzendonderneming.
2. Onder activiteiten die bijdragen aan het bevorderen van duurzame inzetbaar-heid zoals bedoeld sub lid 1 kunnen in ieder geval worden verstaan:
opleiding gericht op functiegerichte om- of bijscholing;
onderzoek dat inzicht geeft in de positie van de uitzendkracht op de arbeidsmarkt, en/of de specifieke opleidings- en ontwikkelingsmogelijk-heden van de uitzendkracht;
- opleiding gericht op persoonlijke ontwikkeling en/of sociale vaardigheden;
- het coachen van de uitzendkracht in een specifiek inwerk-, sollicitatie- of begeleidingstraject;
- loopbaanadvies en/of -gesprek;
- outplacementtrajecten.
3. Onder kosten die zijn gemaakt voor het bevorderen van de duurzame inzetbaarheid van uitzendkrachten, wordt verstaan:
a. de loonkosten van de uitzendkracht die in werktijd een activiteit uitvoert of ondergaat die verband houdt met het bevorderen van zijn duurzame inzetbaarheid;
b. de andere kosten (dan sub a.) die een uitzendonderneming maakt voor het uitvoeren of laten uitvoeren van de activiteiten die bedoeld zijn om de duurzame inzetbaarheid van de uitzendkracht te bevorderen. Hieronder kunnen in ieder geval verstaan worden:
- De kosten direct verbonden aan de duurzame-inzetbaarheidsactivi teiten, daaronder begrepen de (loon)kosten van het daarbij betrokken personeel en de kosten voor het verzorgen en organiseren van deze activiteiten. Deze kosten mogen in redelijkheid niet meer bedragen dan wat gebruikelijk is wanneer de activiteiten extern worden belegd;
- De kosten voor de voorlichting, scholing en sociale begeleiding met betrekking tot in Nederland werken en verblijven van de niet permanent in Nederland woonachtige uitzendkracht. Als kosten ter bevordering van de duurzame inzetbaarheid van uitzend krachten door de uitzendonderneming worden verantwoord onder de bestedingsverplichting, zoals bedoeld in artikel 31, kunnen deze kosten niet ook in rekening worden gebracht bij de uitzendkracht.
4. Op verzoek van de uitzendkracht werkzaam in fase A en/of de uitzendonder-neming, zal er een gesprek plaatsvinden tussen de uitzendonderneming en de uitzendkracht over de mogelijkheden voor het bevorderen van de duurzame inzetbaarheid van de uitzendkracht.
De uitzendonderneming voert ten minste eens per jaar een duurzaam inzetbaarheidsgesprek met de uitzendkracht werkzaam in fase B of C, waarin de ontwikkeling van de uitzendkracht wordt besproken en waarin afspraken kunnen worden gemaakt over verdere ontwikkeling van de duurzame inzetbaarheid. Deze afspraken worden schriftelijk vastgelegd.